Bekken

Bekkenklachten komen in de praktijk zeer veel voor. Het bekken is een zeer centrale regio in het lichaam waar alle spierkettingen mee verbonden zijn. Het is de regio waar de urogenitale organen (baarmoeder, eierstokken, prostaat, blaas) en gedeeltelijk dikke darm, dunne darm, endeldarm zich bevinden. Bekkenklachten zijn niet altijd van biomekanische oorsprong maar dikwijks ook gerelateerd aan het slecht functioneren van de organen die met vliezen verbonden zijn met de bekkengordel. Een verlies van elasticiteit en verhoogde spanning of druk in het orgaanstelsel kan zich overdragen naar de bekkengewrichten (sacro-iliacaal gewricht, lumbo-sacraal gewricht, schaambeen, staartbeengewricht) en de spieren die de bekkenholte begrenzen. Bekkenklachten komen weliswaar meer voor bij vrouwen, maar mannen worden er ook vaak mee geconfronteerd. De Osteopaat ziet het bekken als een deel van de onderste functionele eenheid van het lichaam. Zo zijn een goede beweeglijkheid van de lendenwervelzuil, de heupgewrichten en de knie -en voetgewrichten essentieel om een goede bekkenbeweeglijkheid (functie) te hebben. De vrijheid en goede functie van de bekkenorganen maar ook buikorganen zijn tevens zeer belangrijk voor de vrijheid van het bekken in zijn geheel. Een goede beweeglijkheid en stand van het bekken zijn essentieel voor een goede functie van de wervelzuil in zijn geheel en de beweeglijkheid van de onderste ledematen.

Symptomen bekkenklachten

De pijn situeert zich meestal ter hoogte van de bekkengewrichten (sacro-iliacale gewrichten), het schaambeen, het staartbeen, de zitbeenknobbels. 

De pijn kan zich eveneens lokaliseren ter hoogte van de spieren die de bekkenholte begrenzen. Veel voorkomend zijn de bekkenbodemspieren en de spieren verlopend van het bekken naar de heup het slachtoffer van het slecht functioneren van de bekkenregio.

Een uitstralende (scherpe of zeurende) pijn naar de buik, de lies, de bil of (één van) beide benen is dikwijls het gevolg van een verstoord evenwicht in de spanning van de spieren rondom het bekken. 

Een verstoorde bekkenbodemspierfunctie kan eveneens leiden tot plasproblemen, ontlastingsproblemen of pijn bij seksueel contact. 

Zo kunnen recidiverende blaasontstekingen, niet kunnen doorplassen, incontinentie en constipatie deel uitmaken van het consultatiemotief waarmee de patiënt met bekkenklachten zich bij de Osteopaat aanmeldt.

 

Osteopathie bij bekkenklachten

Bij het eerste consult wordt er na een vraaggesprek (anamnese) een globaal onderzoek gedaan om te zien welke regio(s) er in het lichaam mee aan de basis kunnen liggen van de verhoogde spanning, bewegingsbeperking en pijn in het bekkengebied. 

Een analytisch onderzoek van het bekken laat ons toe vast te stellen welke structuur (spier, zenuw, facetgewricht, tussenwervelschijf) de bekkenklachten veroorzaakt. Deze structuren kunnen geïrriteerd of beschadigd zijn door een ongeval (stoot op staartbeen), bekkentrauma  of een overbelasting door slechte houding of intense sportbeoefening.

Gezien veel bekkenklachten gerelateerd zijn aan het slecht functioneren van de organen in buik- en bekkenholte moet de Osteopaat ook zijn vraagstelling richten naar een eventuele storing in de organische functies. Zijn analytisch onderzoek kan dan ook eventueel verder gezet worden in het orgaansysteem en de vliezen die de organen met elkaar en met de botstructuren verbinden.

Er is in elk geval  grote diversiteit aan klachten in de bekkenregio. 

De oorsprong van deze klachten kan verschillen. Het is de opdracht voor de Osteopaat de oorsprong van de bekkenklachten te vinden en daar een efficiënte behandeling uit te voeren.

Het is dus geen symptoombehandeling maar een oorzakelijke behandeling die toegepast wordt.

Bekken